Zorg

Onderwijsondersteuning aan de kinderen

Onderwijsondersteuning aan kinderen heeft als doel om voor alle kinderen in een bepaalde regio een passend onderwijs- en ondersteuningsaanbod te realiseren. Waar voorheen aparte structuren bestonden voor lichte en zware ondersteuning (basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs) werken nu alle scholen in één structuur regionaal samen. Voor het primair onderwijs in Zeeuws Vlaanderen zijn zowel organisatorisch als inhoudelijk  afspraken gemaakt. Dit alles moet ertoe leiden dat voor ieder kind, woonachtig in de regio Zeeuws Vlaanderen,  passend onderwijs kan worden geboden.

Onze school onderschrijft de ambities die het  huidige bestuur van het samenwerkingsverband  ‘Stichting Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Zeeuws Vlaanderen’ (SSPPOZV) heeft uitgesproken:

Het oplossingsgericht vermogen van het regulier onderwijs is zo groot, dat…

  • er verantwoord voldaan kan worden aan de onderwijsbehoeften van de kinderen waar het samenwerkingsverband verantwoordelijk voor is, en
  • daardoor slechts een beperkte groep kinderen in een speciale onderwijssetting onderwijs volgen.
De ondersteuning wordt in 4 niveaus gekaderd. Waarbij niveau 1 en 2 vallen onder de ‘basisondersteuning’ en niveau 3 en 4 onder de ‘extra ondersteuning’ zoals bedoeld in de wetgeving  Passend Onderwijs.
  • Niveau 1 omvat het handelen in groep
  • Niveau 2 wordt gezien als de interne ondersteuningsstructuur binnen de eigen basisschool
  • Niveau 3 extra ondersteuning door externen; leerling blijft binnen de eigen basisschool
  • Niveau 4 ondersteuningsmogelijkheid  binnen de voorzieningen zoals SO en SBO

Uitwerking van deze niveaus vindt u in het Schoolplan 2019-2023. (u kunt dit schoolplan opvragen bij de directeur)

Toetsing en resultaten

De school heeft voldoende inzicht in de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Resultaten en analyses van methodetoetsen, CITO-toetsen en observaties worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem en in een document Handelingsgericht Werken. Hierin worden de onderwijsbehoeften van alle leerlingen benoemd, evenals stimulerende en belemmerende factoren waarmee rekening moet worden gehouden. Twee keer per jaar wordt een analyse gemaakt van de schoolresultaten en besproken met alle teamleden. Naast leerdoelen worden competenties van leerlingen besproken en werkpunten vastgelegd in groepsplannen v.w.b. betrokkenheid, welbevinden en veiligheidsbeleving.

Resultaten

Beide fusiescholen hadden hun onderwijsresultaten op orde. Ze scoorden beiden ruim boven de inspectienorm en boven het landelijke gemiddelde voor de CITO-eindtoets. Aangezien het schooljaar 2019-2020 het eerste jaar is van de fusieschool kunnen we niet teruggrijpen op historische cijfers en resultaten.

Voortgezet onderwijs

 Op onze school willen we het beste onderwijs voor uw kind met daarbij ook de beste opbrengsten. Die opbrengsten houden we nauwkeurig bij via ons Leerlingvolgsysteem ParnasSys, waardoor we de ontwikkelingen van de kinderen goed kunnen volgen.
In groep 8 wordt de keuze gemaakt voor het voortgezet onderwijs. Het is ook de groep waar we meedoen aan de landelijke CITO-eindtoets. Die helpt mee om een verantwoorde keuze voor uw kind te maken.
De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op onze school. Dat gebeurt door het brengen van schoolbezoeken, maar ook het beoordelen van de CITO-eindtoets

Procedure advisering Voortgezet Onderwijs

Het basisschooladvies is een krachtige voorspeller van de verdere schoolloopbaan van leerlingen. Op onze school worden de LVS-toetsscores begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling in de groepen 6 t/m 8 gebruikt als onderbouwing voor het schooladvies. Deze resultaten voorspellen de positie in het voortgezet onderwijs na vier jaar zelfs beter dan de score op de Eindtoets. Door het verloop van de vaardigheidsscores op de LVS-toetsen over een langere periode te bekijken, wordt zichtbaar hoe een leerling zich ontwikkelt. We noemen dit de ‘harde’ gegevens. Daarnaast wordt bij het schooladvies rekening gehouden met aspecten zoals werkhouding, motivatie, de sociaal-emotionele ontwikkeling, studiehouding of studievaardigheden. Dit zijn de zgn. ‘zachte’ gegevens.
In groep 7 nemen we in overleg met ouders en leerling een voorlopig advies door. In groep 8 zetten we dat, op basis van de ‘harde’ en ‘zachte’ gegevens  om in een definitief advies, weer na overleg met ouders en leerling. In deze overleggen bespreken we niet alleen het advies, maar ook de onderbouwing hiervan. Voor 1 april wordt het advies doorgegeven aan de school voor voortgezet onderwijs. Als de score op de eindtoets een hoger advies geeft dan het eerder geformuleerde schooladvies wordt dit zo nodig, na overleg met de ouders, bijgesteld.

Tenslotte vinden regelmatig kindgesprekjes plaats waar betrokkenheid, welbevinden en veiligheid één van de gespreksonderwerpen zijn. Als vanuit de leerlingvragenlijsten van ZIEN blijkt dat een kind problemen ervaart op het gebied van welbevinden en veiligheid, worden deze gesprekjes met de betreffende leerling(en) geïntensiveerd. Ook ouders wordt gevraagd signalen m.b.t. pestgedrag bij hun kind te melden bij de leerkrachten.

Een veilig klimaat is niet in de laatste plaats een klimaat waarin fouten mogen worden gemaakt. Wij geven kinderen hiertoe alle ruimte en laten ze ook ervaren dat ze van hun fouten kunnen leren.